‘Wat wil je later worden?’ is een vraag die zowel jongeren, jonge-ouderen en ouderen elkaar dienen te stellen om de waarde van ouder worden nadrukkelijker te onderstrepen in de maatschappij, aldus minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) tijdens de afgelopen jaarconferentie ‘Een nieuwe generatie ouderen(zorg)’ op 28 november 2018.
Aankomend jaar zal de jaarconferentie plaatsvinden op donderdag 27 november 2019 in Utrecht. Reflecterend en vooruitkijkend: welke inzichten en geleerde lessen zijn opgedaan? Leestijd: ongeveer 4 minuten.

Diversiteit

Er schuilt kracht in diversiteit, zo benadrukt Marilyn Haime, lid van de Raad van Ouderen en vertegenwoordiger van oudere migranten. De afgelopen decennia is de diversiteit naar herkomst onder de Nederlandse bevolking sterk toegenomen, zo blijkt uit het rapport ‘De nieuwe verscheidenheid’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Een gedeelte van de groep ouderen met een migratieachtergrond heeft het echter moeilijk. “Deze ouderen komen vaak uit lage sociaal-economische klassen en verlangen naar contact met mensen en het land van herkomst”, aldus Haime. Bovendien komen angstperikelen en depressieve klachten vaker voor. Hoe kan de (verborgen) kracht van migrantengemeenschappen benut worden?

Naast het belang voor voorlichtingsbijeenkomsten in de eigen taal, is de inzet van sleutelfiguren in de gemeenschap belangrijk, zo benadrukt Haime. Hierdoor wordt er in mindere mate een beroep gedaan op zorgvoorzieningen. Bovendien vinden ouderen beter de weg in het zorglandschap. “Het is van belang dat bij het bedenken van maatregelen afgevraagd wordt of alle groepen ouderen bereikt worden. Daar is kennis van migrantengemeenschappen voor nodig.” Een cultureelspecifieke invulling van verpleeghuiszorg omschrijft zij als belangrijk. Een cultuursensitieve aanpak – “met gebruik van het oog en de antenne” – betekent een open houding naar andere culturen toe. Het gebruik van narratieve methoden om de behoeften van ouderen te begrijpen is waardevol.

Speerpunt

Minister Hugo de Jonge van VWS gaat op het podium in gesprek met de Raad voor Ouderen over (toekomstige) uitdagingen in de zorg. Het belang van betrokkenheid in beleidsvorming wordt onderstreept: niets over ouderen, zonder ouderen. De Raad streeft ernaar om bij te dragen aan een betere aansluiting tussen praktijk en beleid. In de bijdrage ‘Visie op een nieuwe generatie ouderen(zorg)’ signaleert de minister dat de generatie die momenteel veelvuldig mantelzorg verleent tussen de 45 en 60 jaar is. Deze groep wordt relatief gezien steeds kleiner. “Hierom is het van belang om de vitaliteit van ouderen te benutten en ouderen actief te betrekken in de zorg.” Periodieke controles zouden meer thuis kunnen plaatsvinden. Na zijn ambtstermijn hoopt minister De Jonge bereikt te hebben dat mensen hebben gemerkt dat de zorg in de wijk is verbeterd. “Wetten geven geen zorg. Je kan een prachtige wet maken, maar de uitkomst kan te laat bij de mensen belanden.” Nieuwe woonvormen met zorg om het gat tussen het verpleeghuis en zelfstandig thuiswonen te verkleinen is een belangrijk speerpunt.

Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding

Besturing

Tijdens de interactieve werksessie over een ‘Nieuwe bestuursstijl voor toekomstige ouderenzorg’, onder leiding van Robbert Huijsman, bijzonder hoogleraar Management & Organisatie van Ouderenzorg, en Henk Nies, bijzonder hoogleraar Organisatie en Beleid van Zorg, worden praktijkvoorbeelden en bestuurlijke dilemma’s openhartig gedeeld met elkaar. De grenzen tussen organisaties worden steeds diffuser, waardoor het delen van strategische verantwoordelijkheden, zowel binnen als tussen organisaties een groot issue is. “Van hiërarchie in een organisatie naar regie in een netwerk. Wie is er dan nog verantwoordelijk?”, aldus een bestuurder. Ook in de zorg voor ouderen is ‘netwerkzorg’ een veelvoorkomend woord, maar wat betekent het? Door het toenemend aantal samenwerkingen buiten de eigen organisatie vraagt men zich af hoe je voldoende vertrouwen creëert om dergelijke samenwerkingen aan te gaan; zowel binnen de organisatie als met ‘netwerkpartners’. Gepast contact met cliënten wordt als belangrijk omschreven. “Als bestuurder heb je immers een moreel contract met de cliënt.” Een bestuurder dient voor een veilige sfeer voor professionals te zorgen en als verbindende schakel te fungeren.

Maatschappelijke puzzel

Nies benoemde in zijn bijdrage ‘De waarde(n) van waardigheid in de zorg’ dat onafhankelijkheid niet per se het hoogste goed in het leven hoeft te zijn. “Afhankelijkheid heeft immers ook een positieve waarde. Het is van belang om betekenis te kunnen geven aan je bestaan en zelf van betekenis te kunnen zijn.” Wat betekenisvol leven omvat wordt door Greet Prins, tot voor kort raadslid bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), aangestipt in de openingsbijdrage. “Waardigheid vinden in de oprechte aandacht voor het kleine in het leven.” Nies benadrukt dat je de zorg bij jezelf dient te houden: wat zou ik zelf willen? “Blijf dit onderzoeken bij jezelf.” Ouderenzorg als term objectiveert; het gaat om de zorg voor ouderen. Resumerend is een veelkleurig palet aan generaties samen onderweg om hier vorm en inhoud aan te geven. Hoe? Bijvoorbeeld door co-creatie tussen generaties. Reflecterend en vooruitkijkend is de zorg voor ouderen een maatschappelijke puzzel die generaties samen dienen te (her)leggen.

De reflectie is gebaseerd op het themaverslag van de jaarconferentie ‘Een nieuwe generatie ouderen(zorg)’ uit 2018. De editie in 2019 zal plaatsvinden op donderdag 27 november 2019 in Utrecht. Het programma is hier te raadplegen, met bijdragen van o.a. Kim Putters, directeur Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), en Pauline Meurs, hoogleraar Bestuur van de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Leestip: naar aanleiding van de editie in 2018 schreef Milou Tournois de bijdrage ‘Generaties versterkt in verbinding’.

Oemar van der Woerd

Oemar van der Woerd

PhD Candidate (Shared governance) at ErasmusUniversity Rotterdam