Toen iemand me laatst vroeg wat mijn meest positieve of negatieve ervaring in de ouderenzorg was, moest ik wel even nadenken. Als veertiger heb ik zelf geen directe ervaring als bewoner van een instelling, dus gingen mijn gedachten al snel over mijn vader, die – zeker in de laatste weken van zijn leven – fantastisch en liefdevol werd verzorgd. De beelden en verhalen die naar boven komen als ik daaraan denk, gaan bijna allemaal over verlangens, wensen en persoonlijk contact. Zijn favoriete maaltijd die nog een keer werd bereid, mijn kinderen die stiekem veel langer mochten blijven dan officieel toegestaan en de verzorgenden die zoveel van hun eigen persoonlijkheid in hun werk legden en onze familie enorm tot steun waren. Als het op leefplezier aankomt zijn dat uiteindelijk de zaken die blijven hangen, de ervaringen waar het voor mensen echt om gaat.
Toch weet ik bijna zeker dat die mooie ervaringen destijds op geen enkele manier zijn gebruikt om van te leren. Niet door de professionals zelf, niet door de instelling en zeker niet door de vele partijen die wettelijk allemaal iets moeten vinden van de zorg. We lijken als samenleving wel bang geworden van de subjectieve werkelijkheid en zoeken daarom liever naar ‘objectieve’ gegevens. Maar de geweldige zorg voor mijn vader is niet terug te vinden in de gewichtstabellen, voedingsschema’s en vinklijsten voor medicijnen. Die registraties zijn belangrijk, maar ze brengen de essentie van persoonsgerichte zorg natuurlijk niet in beeld.
Daarom was ik zo blij toen ik betrokken raakte bij het project ‘Leefplezierplan voor de zorg’ van Leyden Academy. Onder leiding van prof. dr. Joris Slaets is bij elf zorginstellingen onderzocht wat er gebeurt als medewerkers de ruimte krijgen om zorg te bieden vanuit het hart en de relatie met de bewoners centraal te stellen, in plaats van te focussen op regels en registraties. In het project hebben we hele mooie dingen zien gebeuren rondom de verlangens en het leefplezier van bewoners. Daarnaast hebben we in het project geleerd dat het delen van de verhalen over deze ervaringen en het reflecteren daarop helpt om samen het goede te doen.
Steeds meer mensen beseffen dat persoonlijke ervaringen van bewoners, belangrijke anderen en medewerkers van groot belang zijn voor het in kaart brengen van kwaliteit van zorg. Zowel het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg als het onlangs verschenen rapport ‘Blijk van vertrouwen’ van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving legt de nadruk op het leren van ervaringen en het gebruik van ervaringen voor verantwoording van kwaliteit. De vraag is alleen hoe je dat in de praktijk kunt brengen.
Dat is precies de vraag die we vanuit Leyden Academy met een team onder leiding van dr. Josanne Huijg en ondergetekende de komende twee jaar in de praktijk gaan proberen te beantwoorden. Het is het ontbrekende stukje van de puzzel: eerst op teamniveau leren van de ervaringen die ertoe doen, vervolgens op instellingsniveau beleid maken op basis van diezelfde ervaringen en uiteindelijk ook de zorgkantoren en inspecties hierbij betrekken. En dat alles zonder eerst weer een vertaalslag naar nietszeggende cijfers te moeten maken. Een hele uitdaging, maar we gaan hem met plezier aan in samenwerking met de teams van twee zorginstellingen.
Op het congres ‘Een nieuwe generatie ouderenzorg’ vertellen we meer over ons project en proberen we ook alvast een praktisch voorproefje te geven van wat we gaan doen. We hopen natuurlijk dat u dat samen met ons komt ervaren!